
Niet alleen grote handelscompagnieën, maar ook veel Zeeuwse burgers waren direct of indirect betrokken: als investeerder, bemanningslid, leverancier, scheepsbouwer of geestelijk verzorger. Vanuit vrijwel elke stad en dorp in Zeeland zijn er sporen te vinden van deze geschiedenis. Toch bleef deze kant van het verleden lange tijd onderbelicht. Pas de afgelopen decennia groeide het besef dat dit geen afgesloten hoofdstuk is, maar een gedeeld verleden dat nog altijd doorwerkt in maatschappelijke ongelijkheid, racisme en beeldvorming.
Afbeelding links: ‘Lijste van de doode negers Ao. 1733’ uit het ‘klad(negotie)boeck’ bijgehouden tijdens de reis naar Angola en Curaçao aan boord van het fregat Hof van Zeeland. Papier ingelegd voorin het ‘Negotieboeck’. Zeeuws Archief, Archief MCC, toegang 20, inv.nr. 575.

Pagina uit het journaal van de reis van het schip Geertruyda en Christina naar Guinee en Suriname (1783-1785). Donderdag 26 augustus 1784 overleed matroos Willem van Heumen uit Rotterdam. In de kantlijn is zijn overlijden in een tekeningetje te zien. Onder zijn hoofd is een lege zandloper met twee vleugeltjes getekend (de tijd vervliegt), onder twee beenderen en zijn naam. Twee dagen later stierf een slaafgemaakte. Ook zijn overlijden is aangegeven in de kantlijn. Het getekende hoofdje heeft nu kroeshaar, de zandloper en vleugeltjes en zijn naam ontbreken; zaterdag 28 augustus 1784 overleed een ‘manslaaf’, nummero 3. Zeeuws Archief, Archief MCC, toegang 20, inv.nr 429.

MCC-schepen voor de reede van Middelburg.